Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [32][Maar] ik zal Uw aangezicht in gerechtigheid aanschouwen, ik zal verzadigd worden met [33]Uw beeld, als ik zal opwaken. 32. Verg. boven, hfdst.4 vs.7,8, en zie de aantekening bij hfdst.16 vs.11; idem 1 Kor.13:12; 2 Kor.5:7; 1 Joh.3:2. 33. Of, uwe gelijkenis; anders, ik zal verzadigd worden, als ik zal opwaken [met] uw beeld, of uwe gelijkenis. Zie 1 Kor.15:49; 1 Joh.3:2.